Herstel in ijshockey: waarom dit onderwerp echt telt

Na een zware training of een wedstrijd die tot in de laatste minuut knalde, voelt je lichaam alles. De benen zijn leeg, de onderrug zeurt, en je schouders… tja, die laten je even weten dat ze bestaan. In ijshockey draait het niet alleen om snelheid en kracht, maar ook om hoe snel je weer fris op het ijs staat. Herstel is geen luxe. Het is gewoon nodig. En toch zie ik het nog vaak misgaan. Te snel weer trainen, te weinig aandacht voor wat je lichaam echt nodig heeft. Herkenbaar ?

Wat me opvalt : steeds meer spelers zoeken het herstel in koude therapie. Logisch ook. Van ijsbaden tot aquatische alternatieven, het aanbod is groot. En ja, sommige dingen werken beter dan andere. Ik heb zelf van alles geprobeerd, van een emmer ijswater tot een rustig baantje trekken in een zwembad na training. En eerlijk ? Het verschil voel je meteen. Zeker als je toegang hebt tot goede faciliteiten. Wie daar meer over wil weten, kan trouwens eens kijken op https://www.piscine-guidefr.com, gewoon om een idee te krijgen wat er allemaal mogelijk is rond water en herstel.

Koude baden : effectief, maar niet voor iedereen

Laten we met de klassieker beginnen : het koude bad. Je ziet het overal. Na de match, tape eraf, en hop, twintig spelers in een bad van 10 tot 12 graden. De eerste seconden zijn… heftig. Adem stokt, kippenvel, en je denkt even : waarom doe ik dit mezelf aan ?

Maar daarna gebeurt er iets. De spieren ontspannen, de ontsteking lijkt af te nemen. Persoonlijk merk ik vooral dat mijn benen de dag erna minder zwaar aanvoelen. Minder dat loodgevoel. Wetenschappelijk gezien helpt kou bij het verminderen van spierpijn en zwelling. Maar eerlijk is eerlijk : het is geen wondermiddel. Te vaak, te lang, en je remt zelfs je spieropbouw. Dus ja, effectief, maar met mate. Twee à drie keer per week max, en niet langer dan tien minuten. Meer is echt niet beter.

IJs op specifieke zones : simpel en onderschat

Geen bad in de buurt ? Geen probleem. IJs op lokale zones werkt verrassend goed. Knieën, enkels, schouders… die plekken die in ijshockey constant klappen krijgen. Een cold pack, handdoek ertussen, twintig minuten klaar.

Wat ik hier fijn aan vind, is de controle. Je richt je op precies dat ene punt dat zeurt. Na een bloktraining met veel stops en starts leg ik standaard ijs op mijn knieën. Het is geen glamour, geen Instagram-moment, maar het werkt. En soms is dat genoeg.

Aquatische alternatieven : herstel zonder de schok

En dan zijn er de wateralternatieven. Minder extreem, maar oh zo aangenaam. Denk aan actief herstel in het water : rustig zwemmen, lopen in borsthoog water, of zelfs contrastbaden (warm-koud afwisselen).

Ik was eerst sceptisch. Te soft, dacht ik. Tot ik na een intens weekendtoernooi een sessie deed in een zwembad van 28 graden. Twintig minuten bewegen zonder impact. De dag erna voelde ik me opvallend soepel. Geen stijve heupen, geen verzuurde kuiten. Voor oudere spelers of wie gevoelig is voor blessures, vind ik dit echt een topoptie.

  • Zwembadwandelen : ideaal voor knieën en enkels
  • Licht zwemmen : activeert zonder te belasten
  • Contrastbaden : boost voor de doorbloeding

Wat past bij jou ?

De grote vraag blijft : wat werkt voor jou ? Ben je een jonge speler met drie trainingen per week ? Of speel je recreatief en wil je vooral pijnvrij blijven ? Er is geen one-size-fits-all. Ik ken gasten die zweren bij ijsbaden en anderen die er echt ziek van worden (letterlijk). Luister naar je lichaam. Test. Voel. En pas aan.

Herstel is geen zwakte. Het is slim. Zeker in een sport waar het tempo hoog ligt en de marges klein zijn. Dus, wat ga jij proberen na je volgende training ? Durf je dat koude bad aan, of kies je toch voor het warme water ? Laat het me weten… of beter nog, voel het zelf op het ijs.