Hoe kies je de juiste ijshockeystick: de complete gids voor beginners en ervaren spelers
Als er één ding is dat het verschil maakt op het ijs, dan is het wel je stick. Een goede crosse voelt bijna als een verlengstuk van je arm – ze bepaalt je controle, je schot, zelfs je zelfvertrouwen tijdens een wedstrijd. Maar met zoveel merken, maten en materialen… hoe kies je in hemelsnaam de juiste ? Geen zorgen, we gaan het stap voor stap uitzoeken.
1. Het materiaal : hout, composiet of carbon ?

- Hout : goedkoop, klassiek gevoel, maar zwaar en breekbaar.
- Composiet : licht, krachtig, duurzaam, maar duurder.
- Carbon high-end : extreem licht en reactief – favoriet bij profs.
Als je net begint, kies gerust een hybride model (een mix van hout en composiet). Zo voel je het verschil zonder je portemonnee te plunderen.
2. Lengte van de stick : kort, lang, precies goed
Oké, dit is cruciaal. Een stick die te lang is, maakt je traag. Een te korte stick beperkt je bereik. De vuistregel : zet je schaatsen aan, laat de stick recht voor je staan. De top hoort ongeveer tot je kin te komen. Zonder schaatsen ? Tot aan je neus. Simpel, maar effectief.
Let op : verdedigers gebruiken vaak een iets langere stick (meer bereik bij het afpakken), terwijl aanvallers liever een kortere stick nemen voor snellere bewegingen en beter puckgevoel. Denk er dus aan welke rol je speelt in het team.
3. Flex : het geheim van kracht en controle
De flex van een stick bepaalt hoe ver hij buigt tijdens een schot. Dat getal dat je ziet op de shaft – 75, 85, 95 – dat is geen marketing, dat is pure wetenschap. Hoe hoger het cijfer, hoe stijver de stick. En hoe stijver, hoe meer kracht je nodig hebt om hem te buigen.
- Beginners of lichtere spelers : Flex tussen 65 en 75
- Gemiddelde spelers : Flex 80-85
- Sterkere of professionele spelers : Flex 90 en hoger
Een kleine tip : kies ongeveer de helft van je lichaamsgewicht als flexwaarde. Weeg je 80 kilo ? Dan zit je goed rond 80 flex. Maar probeer vooral verschillende sticks in de winkel – het gevoel is persoonlijker dan welke tabel ook.
4. De kromming van het blad : meer dan een detail
Ik zweer bij een middelmatige curve (zoals de Bauer P92 of CCM P29). Perfecte balans tussen controle en power. Maar als je het type bent dat van slapshots houdt vanaf de blauwe lijn, probeer dan een iets agressievere kromming. Echt, dat verschil voel je meteen.
5. De kick point : waar je stick “werkt”
Elke stick heeft een punt waar hij buigt bij het schieten – dat noemen we de kick point.
- Low kick : buigt laag, ideaal voor snelle wrist shots (veel gebruikt door aanvallers).
- Mid kick : buigt in het midden, meer kracht bij slapshots en one-timers.
- High kick : buigt hoger, gebruikt door spelers die hun gewicht echt inzetten bij het schot.
Ben je een aanvaller die dicht bij het net speelt ? Ga voor low kick. Sta je vaak op de blauwe lijn te vuren ? Mid of high kick is jouw vriend.
6. Gewicht en balans : licht voelt goed, maar niet altijd beter
Iedereen wil een lichte stick. Logisch. Minder gewicht = snellere bewegingen. Maar te licht kan ook betekenen : minder gevoel bij contact. Persoonlijk vond ik sommige ultralichte modellen (onder 380 gram) té nerveus. Een stick rond de 420–450 gram is vaak de sweet spot tussen stabiliteit en snelheid.
Probeer verschillende sticks in de winkel. Slap er eens zachtjes mee op het ijs. Voelt hij “één stuk” aan, alsof alles in balans is ? Dan zit je goed.
7. Prijs : waar ligt de echte waarde ?
En eerlijk ? Zelfs profs breken ze. Dus koop slim, niet duur.
Conclusie : jouw perfecte stick bestaat (echt)
De juiste crosse vinden kost een beetje tijd, maar het loont zó hard. Als je stick goed in de hand ligt, vertrouw je op je gevoel in plaats van te vechten met je materiaal. En dat maakt het spel niet alleen beter, maar ook leuker.
Test, voel, experimenteer. Ga eens langs bij een ijshockeywinkel, vraag om advies, neem verschillende flexen in de hand. De stick die bij jou past ? Die voel je. Meteen.
En jij, wat gebruik je momenteel ? Ben je meer van de snelle wrist shots of liever de harde slapshots vanop de blauwe lijn ?
